Lenny Rodenburg en Henk Jan Conradi ontvouwen in dit artikel een gestructureerde vorm van EFFT, waarin ze ingrediënten uit verschillende hechtingsgerichte gezinstherapieën samenbrengen. Ze vertalen dit naar concrete stappen voor de therapeut. Het model, door hen structured EFFT gedoopt, kan beginnende en ervaren gezinstherapeuten veel houvast bieden in de behandeling van gezinnen. Een eerste pilot studie naar de effectiviteit loopt. 

Wat is de achtergrond van dit model? En wat is de betekenis hiervan voor de hechtingsgerichte gezinstherapie in de toekomst? Therapeut Lars van Kessel interviewde Lenny en Henk Jan hierover.

Zouden jullie jezelf willen voorstellen en willen jullie iets meer vertellen over de totstandkoming van jullie samenwerking? 

Henk Jan: ‘Ik ben Henk Jan Conradi en werk als onderzoeker en docent aan de afdeling Klinische Psychologie aan de UvA. In het verleden heb ik enkele jaren als therapeut gewerkt, maar ben toen overgestapt naar het onderzoek en ben gepromoveerd aan de medische faculteit in Groningen. In Amsterdam doe ik sinds een jaar of tien veel onderzoek naar gehechtheid en hechtingsgerichte behandelingen. Zo deed ik onder andere onderzoek naar de effectiviteit van de Houd Me Vast-cursus, in samenwerking met Pieter Dingemanse.  

Lenny: ‘Ik ben Lenny Rodenburg, klinisch psycholoog en systeemtherapeut, docent, supervisor en lid van Stichting EFT. Ik werk vanuit mijn eigen praktijk in Bussum. In gedachten was ik al een tijd bezig met hoe de verschillende modellen van hechtingsgerichte gezinstherapie op elkaar aansloten. Toen Stichting EFT hoorde dat ik, samen met de andere docenten, aan het denken was over het ontwikkelen van een model dat verschillende hechtingsbenaderingen integreerde, hebben ze mij en Henk Jan aan elkaar gekoppeld. In het afgelopen jaar zijn Trudy Mooren (bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Utrecht), Pieter Dingemanse (vanuit Stichting EFT) en Daphne Meuwese (vanuit Altrecht) ook betrokken geraakt, en met dit clubje hebben we dit behandelmodel het afgelopen jaar ontwikkeld.’  

Wat is er nieuw aan jullie behandelmodel? 

Lenny: ‘Ik heb me in de afgelopen jaren geschoold in alle hechtingsbenaderingen van gezinstherapie. Dan Hughes kwam, na EFT voor echtparen, als eerste op mijn pad. Hij raakte me in zijn manier van contact maken en afstemmen op alle gezinsleden. In zijn DDP (Dyadic Developmental Psychotherapy) model is de therapeutische houding zeer waardevol. De EFFT stond toen nog in de kinderschoenen en was sterk in zijn ervaringsgerichtheid, maar nog niet erg gestructureerd in de te nemen stappen. De ABFT (Attachment Based Family Therapy) van Guy Diamond is juist erg helder en duidelijk en geeft stapsgewijs aan wat je moet doen. In mijn hoofd werd dit langzaam samengevoegd tot een geïntegreerd model, met als basis de EFFT, het experiëntiële.’  

Henk Jan: ‘Dit samenvoegen was een gouden greep van jou, Lenny, en het was een erg leuk proces om dit zo met z’n allen vorm te geven. We hebben dit kunnen vertalen naar een concreet behandelprotocol. Dit was nodig voor het doen van onderzoek, maar geeft ook veel houvast voor behandelaren in het leren en toepassen van een behandeling die zo complex is als gezinstherapie. We zijn het om die reden ook structured EFFT gaan noemen.’  

Kunnen jullie iets meer vertellen over de inhoud van het protocol? 

Lenny: ‘Wat we gedaan hebben is het helder maken van de fases die je in de gezinstherapie moet doorlopen, met bijbehorende interventies en concrete helpende zinnen voor de therapeut, zonder het expliciet per sessie vast te leggen. Zo kunnen behandelaren het tempo van de behandeling aanpassen aan het specifieke gezin waarmee ze werken, maar hebben ze ondertussen wel houvast waar ze naar toe werken. We hebben daarom ook steeds de rationale, ‘het waarom’, achter de stappen in structured EFFT expliciet gemaakt. 

Zo moet je in de ‘Ouderfase’ van de behandeling (de fase waarin de behandelaar alleen met ouders spreekt), aandacht hebben voor drie niveaus van relaties: de relatie van de ouders met hun eigen ouders, de partnerrelatie, en de relatie van de ouders met hun kind. Maar de behandelaar kan zelf kijken welke het meeste op de voorgrond staat en de meeste aandacht verdient.’  

Jullie gaan ook de effectiviteit van de structured EFFT onderzoeken, wat gaan jullie precies doen? 

Henk Jan: ‘We willen gaan onderzoeken of we de onderlinge hechtingsrelaties en de manier waarop gezinsleden omgaan met stress en emoties met deze behandeling kunnen verbeteren, dus het verbeteren van de emotieregulatie. Dat is een transdiagnostisch proces, dat wil zeggen een onderliggend mechanisme dat verschillende diagnosen en klachten aandrijft. We verwachten daarom dat als de emotieregulatie in gezinnen verbetert de klachten van het kind ook zullen verbeteren. Het onderzoek hiernaar is erg complex, omdat je in een gezin verschillende onderlinge relaties hebt die elkaar allemaal beïnvloeden. Voor ons als onderzoekers is het nog een behoorlijke uitdaging om dat in een statistisch model onder te brengen. De bevindingen van het onderzoek kunnen ons helpen om waar nodig de behandeling verder te ontwikkelen.’ 

Lenny: ‘Eerst starten we met een pilot om te kijken of het werkt voor niet-gescheiden gezinnen met kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Er staan 5 ervaren behandelaren klaar om met verschillende gezinnen te starten. We verwachten dat de onderlinge relaties verbeteren en veiliger worden, en als gevolg daarvan ook de klachten of gedragsproblemen van het kind afnemen.  

Henk Jan: Belangrijk is dat er aan het einde van het protocol ook ruimte is voor een ander behandelperspectief. Het zou natuurlijk heel goed mogelijk kunnen zijn dat niet alle klachten van het aangemelde kind veroorzaakt worden door relationele problemen. Je moet er als behandelaar altijd op bedacht zijn dat er ook iets anders kan spelen wat nog een andere aanpak nodig heeft. Een veilige gezinssituatie kan dan een basis zijn voor verdere behandeling, maar we moeten als behandelaren nooit denken dat we met één methode het antwoord op alle problemen hebben gevonden. Dat zou een ongezonde tunnelvisie zijn.’ 

Hoe hebben jullie de samenwerking ervaren tussen wetenschap en praktijk? Jullie komen ieder vanuit een andere invalshoek. 

Lenny: ‘Daar heb ik wel veel van geleerd! Wij zijn natuurlijk als vrije systeemtherapeuten gewend te werken met gezinnen vanuit ervaring en deskundigheid, maar dit protocol en het onderzoek dwongen mij om heel precies uit te zoeken hoe we werken. En ook uit te kunnen leggen waaróm ik eigenlijk iets doe. Het heeft me wederom doen realiseren hoe belangrijk de verbinding met wetenschappelijk onderzoek is, en hoe belangrijk het is dat er meer onderzoek wordt gedaan naar gezinstherapie. Maar ik heb ook ervaren hoe ingewikkeld dit kan zijn! Ik heb bijvoorbeeld soms mijn aversie moeten overwinnen om echt alles vast te leggen. Toch ben ik gaan inzien hoe belangrijk dat is. Henk Jan en ik hebben af en toe echt met elkaar moeten stoeien omdat we echt vanuit een andere visie komen.’     

Henk Jan: ‘En als wetenschapper is het juist weer heel nuttig om er achter te komen wat echt relevante stappen zijn in een behandeling. Daar kom je pas achter als je met de therapeut praat, en dat helpt je weer om betere onderzoeksvragen te stellen. Je kunt elkaar dan echt beter maken. Er wordt regelmatig gesproken over het probleem van de kloof tussen wetenschap en klinische praktijk, daar worden hele symposia mee gevuld. Het antwoord op dat probleem is echter misschien wel simpeler dan gedacht. Ik zou willen zeggen: therapeuten en wetenschappers zoek elkaar op, ga open met elkaar in gesprek en leer van elkaar.’ 

Zo bekeken hebben jullie de vaak genoemde kloof tussen wetenschap en praktijk kunnen overbruggen, en daarmee de verbinding tussen beide sterker gemaakt. Dat klinkt erg EFT! 

Henk Jan: ‘Ja, en dat heeft heel veel opgeleverd en was ontzettend leuk om te doen, ik heb echt genoten van onze samenwerking. We vulden elkaar echt aan.’ 

Lenny: ‘Ik probeer Henk Jan nu ook te verleiden om zelf ook weer gezinnen te gaan behandelen!’ 

Henk Jan: ‘Nou, wie weet pak ik die draad weer eens op.’  

Interview door nieuwsbriefredactielid Lars van Kessel


Jezelf verdiepen en bekwamen in EFFT?
De zesdaagse opleiding Hechtingsgerichte Gezinstherapie die in januari start, is al volgeboekt. In september start weer een nieuwe leergang. Lees meer over deze opleiding of meld je direct aan.

 

Deel artikel