Partnergeweld is de meest voorkomende vorm van huiselijk geweld. Volgens de ‘Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag’ van het CBS waren in 2024 bijna 1,3 miljoen Nederlanders van 16 jaar en ouder slachtoffer van huiselijk geweld1, waarvan in 56% van de gevallen de (ex-)partner de pleger was2. Het gaat naar schatting jaarlijks om circa 76.000 vrouwen en 13.000 mannen3.

Cijfers maken duidelijk hoe groot het probleem is. Maar achter die statistieken gaan verhalen van echte mensen schuil. Corrie Laernoes zag ze haar hele carrière voorbij komen.

Ervaring met partnergeweld

Corrie’s loopbaan begon in de jaren ’70 bij de FIOM, destijds een tehuis voor ongehuwde moeders. Niet lang daarna klopten er ook vrouwen aan die met hun kinderen op de vlucht waren voor een gewelddadige partner. Wat begon als praktische opvang – een bed opmaken, zorgen dat er eten was – groeide uit tot een plek waar vrouwen veiligheid vonden en soms weer voorzichtig contact zochten met hun partner.

Vanaf dat moment liep partnergeweld als een rode draad door haar werk: in de vrouwenopvang, de volwassenpsychiatrie, de kinder- en jeugdpsychiatrie en later in de psychotherapie. Nu is ze al jarenlang werkzaam in haar eigen praktijk.

Corrie volgde opleidingen tot maatschappelijk werker, gezinstherapeut en psychotherapeut, en koos uiteindelijk voor EFT. “EFT gaf me pas écht het vertrouwen om met stellen te werken”, vertelt ze. “Het gaat naar de kern: hechting. Niet alleen wie wat zegt of doet, maar de onderstroom van gemis en verlangen die zichtbaar wordt tussen partners.”

De verschillende gezichten van geweld

(Ex-)partnergeweld kent vele vormen: fysiek, psychisch, seksueel, financieel of online. Corrie spreekt van een onderscheid tussen ‘warm geweld’ en ‘koud geweld’, en verwijst daarbij naar het boek Vechten voor de Liefde van Jef Slootmaeckers, Lieven Migerode en Linne de Loof4. Daarin wordt uitgelegd dat warm geweld vaak ontstaat in het moment, uit emotie en onmacht. Een partner voelt zich niet gezien, de spanning loopt op, en een klap of schreeuw is een reflex. Koud geweld daarentegen is berekenend en controlerend: het bewust kleineren, manipuleren en intimideren van de ander.

“Bij warm geweld is er meestal ruimte om via EFT zicht te krijgen op de onderliggende hechtingspijn. Bij koud geweld ligt dat anders. Daar is de intentie zó gericht op macht en controle, dat therapie geen veilige bedding kan bieden. In zulke situaties besluit ik soms tot een ander spoor in de behandeling en zo nodig tot doorverwijzing. Soms schrijf ik het koppel in het proces van verwijzen en loslaten nog een brief – in de hoop dat het toch nog een ander proces op gang brengt”, vertelt Corrie.

 

Het gesprek aangaan over geweld

Geweld wordt lang niet altijd openlijk benoemd door stellen die hulp zoeken. Vaak komt het pas naar boven in de loop van de therapie, of indirect via signalen. Corrie adviseert therapeuten om het onderwerp niet te schuwen. “Vraag ernaar, ook al wil je het liever niet zien. Geweld komt in veel meer relaties voor dan we denken.”

Concreet betekent dit: stel eenvoudige maar directe vragen, zoals: Valt er wel eens een klap? Is die klap wel eens te hard geweest? Kwam er wel eens een ziekenhuis bij kijken? Zulke vragen kunnen lucht geven en schaamte doorbreken. Signalen zijn soms subtiel: terugkerende blauwe plekken, een schrikachtige houding, afspraken die vaak op het laatste moment worden afgezegd, of partners die nooit apart verschijnen.

Het gesprek aangaan vraagt om een respectvolle, nieuwsgierige houding, zegt Corrie. “Je erkent dat er iets gebeurt wat pijnlijk en schaamtevol kan zijn, maar je veroordeelt de persoon niet. Dat opent de deur naar eerlijkheid en voorzichtige openheid.” Ze benadrukt dat het spreken over geweld moed vraagt, van zowel therapeuten als cliënten. “De schaamte en de zorg over hoe de ander zal reageren zijn groot, en juist daarom is het zo belangrijk dat de therapeut die eerste stap zet.”

 

Veiligheid als randvoorwaarde

Relatietherapie kan alleen plaatsvinden als het veilig genoeg is. Dat geldt zowel voor cliënten als voor de therapeut zelf. Corrie geeft drie adviezen:

  • Zorg voor randvoorwaarden: “Werk in een setting waar collega’s dichtbij zijn, zodat je nooit alleen staat bij escalatie."

  • Stel duidelijke grenzen: “Als geweld in de sessie ontstaat: stop het gesprek en schakel hulp in. Je moet stelling durven nemen tegen gedrag dat niet kan.” Een korte follow-up kan steunend zijn, op voorwaarde dat dit altijd transparant is naar beide partners, zegt ze.

  • Check hoe stellen vertrekken: Vraag altijd hoe partners samen de deur uitgaan, met welk gevoel ze in de auto stappen.

Dat veiligheid geen abstract begrip is, ondervond Corrie zelf ook. Ze vertelt dat ze zelf in de vrouwenopvang ooit gegijzeld werd door een man die zijn vrouw en kind opeiste: “Ik wist maar één ding: ik moest kalm blijven en contact houden. Kort daarop heb ik hem opgezocht in de politiecel. Hij was verbaasd en verrast dat ik hem wilde ontmoeten. We spraken over wat er gebeurd was, en hij begreep zelf ook wel dat het niets was om trots op te zijn. Pas toen zag ik zijn wanhoop, die voortkwam uit het verlies van zijn kinderen en de eenzaamheid die hij daardoor voelde. Dat besef heeft me gevormd: geweld komt nooit uit het niets.”

Vanuit diezelfde overtuiging pleit Corrie voor de ontwikkeling van zogenoemde ‘afkoelhuizen’: tijdelijke opvangplekken waar partners tot rust kunnen komen. “Nu gaat alle aandacht vaak naar opvang voor slachtoffers, meestal zijn dat vrouwen, maar ook mannen hebben behoefte aan een plek waar hun wanhoop erkend wordt. Een afkoelhuis kan voorkomen dat geweld escaleert en geeft ruimte om opnieuw het gesprek aan te gaan.”

 

EFT in de praktijk bij geweld

In de behandelkamer ziet Corrie steeds weer hoe verleidelijk het is om mee te gaan in de inhoud: de details van ruzies, de schuldvraag, de feiten over wie wat deed. EFT vraagt iets anders. Net als bij ‘gewone EFT’ is het als er sprake is van partnergeweld belangrijk om:

  • Bij het proces te blijven. De relatie is de cliënt. Wat gebeurt er in de interactie, welke hechtingspijn wordt geraakt?

  • Patronen zichtbaar te maken. Door cirkels van actie en reactie bloot te leggen, krijgen partners zicht op hun eigen aandeel.

  • Contact te herstellen. Een validatie, een check-in na een lastige sessie, kan helpen om de-escalatie te ondersteunen.

  • Grenzen te stellen. “Bij koud geweld of wanneer een partner de werkelijkheid ontkent of blijft dreigen, moet je de gesprekken beëindigen en doorverwijzen naar bijvoorbeeld De Waag, waar een heel team gespecialiseerd is in huiselijk geweld en waar naast relatietherapie ook individuele therapie wordt geboden. Veiligheid borgen betekent ook samenwerken met ketenpartners zoals de huisarts, Veilig Thuis en politie.”

 

De rol van de therapeut

Partnergeweld raakt diep, ook in de behandelkamer. EFT-professionals balanceren voortdurend tussen compassie en grenzen stellen. “Dat vraagt moed, geduld en vasthoudendheid om achter het geweld de hechtingspijn te blijven zien, zonder naïef te worden over veiligheid en grenzen.” Corrie besluit:

“Er zit altijd een verhaal achter geweld. Maar dat betekent niet dat het mag gebeuren. Het is onze taak nieuwsgierig te blijven naar wat er speelt en tegelijk de moed te hebben om te zeggen: dit stopt hier.”

 

Masterclass EFT, escalerende (echt)paren en geweld - deel I

Wil je meer leren over hoe je de verschillende vormen van geweld herkent in de interactiecyclus? Hoe je geweld bespreekbaar maakt zonder de veiligheid te verliezen? En hoe je zelf stevig blijft staan in de therapiekamer, ook als de emoties hoog oplopen?

In de Masterclass EFT, escalerende (echt)paren en geweld neemt Jef Slootmaeckers je mee in de theorie van hechting en geweld, oefen je met de-escalerende interventies en krijg je taal en handvatten aangereikt om met escalerende koppels te werken.

Bronnen:

Deel artikel

Gerelateerd nieuws